We hebben een hele zachte winter gehad. Het gras heeft nagenoeg geen winterrust gehad. Gedurende de winter heeft het gras langzaam gegroeid en het heeft zich niet hoeven te herstellen van een langdurig sneeuwdek of kale droge vorstperiode. De maanden januari, februari en maart zijn warmer dan het meerjarig gemiddelde. De maand februari is uitzonderlijk warm geweest namelijk 2,8 graden warmer dan het meerjarig gemiddelde en 5,4 graden warmer dan de maand februari in 2018 (weerstation de Bilt).

Vanaf 15 februari is er in een korte tijd op veel percelen de mest onder gunstige bodem- en weersomstandigheden uitgereden. De mineralisatie komt goed op gang en dat zien we nu al duidelijk terug in de groeifase van het gras. Daarbij komt nog de aanvullende bemesting waarmee het gras voldoende stikstof heeft om een goede eerste snede met voldoende eiwit te gaan winnen.

De verwachting is dat de eerste snede hierdoor weleens 10 dagen eerder kan zijn dan andere jaren. Het is belangrijk om dit te realiseren. Als er gemaaid wordt op dezelfde datum als vorig jaar dan kan dit gevolgen hebben voor de kwaliteit van de opbrengst. Er vanuit gaande dat de bemesting voor de eerste maaisnede afgestemd is op bv 3500 kg ds met een eiwitpercentage van 16% zal het eiwit gehalte dalen tot 12% als gemaaid wordt bij een zwaardere snede (4500 kg).

Vooruitzichten van het weer

Maandag 08 april tot en met maandag 15 april: Licht wisselvallig met af en toe wat (buiige) regen (met neerslagkans van 20-40%) en temperaturen rond normaal. Kleine kans (maximaal 20% aan het einde van de periode) op een overgang naar een zachter en natter weertype. Met deze vooruitzichten kunnen we dus geen ‘grote veranderingen’ verwachten. Al blijft het weer altijd een inschatting.