De conservering van de graskuil is op te delen in 4 fasen:

  1. Aerobe fase
  2. Fermentatiefase
  3. Rustfase
  4. Uitkuilfase

Zuurstof eruit om de conservering te starten

Tijdens het inkuilen doen we erg ons best om het zuurstof uit de kuil te rijden. Door een drogestofpercentage van rond de 35% aan te houden en veel gewicht, van bijvoorbeeld een extra trekker, is het mogelijk om de graskuil vast aan te rijden. Hierdoor zal het zuurstof snel eruit gedrukt worden.

Om het inkuilen af te ronden wordt de graskuil afgedekt met een landbouwfolie om de conservering te starten. Gebruik hiervoor een zuurstofdichte plastic om ervoor te zorgen dat er geen zuurstof meer in de kuil kan treden na het afdekken.

Kennisvideo: conservering van de kuil

Lees meer: Afdekken van de kuil

Fase 1: Aerobe fase

Na het afdekken begint het conserveringsproces met fase 1: de aerobe fase. Oftewel de zuurstoffase.

Deze fase is cruciaal om zuurstof behoevende schimmels, gisten en boterzuurbacteriën geen kans te geven om te groeien. Door zuurstofdicht af te dekken komt er geen zuurstof meer in de kuil. Melkzuurbacteriën zijn anaerobe organismen en gedijen goed in een zuurstofarme omgeving. Zij hebben vocht en suikers nodig om melkzuur te produceren.

Daarnaast komen in deze fase suikers uit koolhydraten beschikbaar voor bacteriën. Dit proces wordt uitgevoerd door o.a. enzymen. Deze zorgen ervoor dat celwanden gedeeltelijk worden losgeweekt, waardoor de bacteriën eerder bij de suikers kunnen komen.

Fase 2: Fermentatiefase

Melkzuurbacteriën en de boterzuurbacteriën gaan de concurrentie met elkaar aan om de vrijgekomen suikers te fermenteren. Hoe meer melkzuurbacteriën er zijn, des te minder boterzuurbacteriën de kans krijgen om bij deze suikers te komen. 

De melkzuurbacteriën zetten de suikers en koolhydraten om in melkzuur. Hierdoor daalt de pH-waarde van de graskuil.

Dit is een belangrijk proces, want door het lagere pH wordt de omgeving zuurder, zodat schimmels en gisten niet kunnen ontwikkelen. Hoe sneller dit proces verloopt, des te meer energie erover blijft in het ruwvoer.

Naarmate de fermentatie doorgaat, daalt de pH-waarde verder totdat het een waarde heeft bereikt van 4,5.

Fase 3: Rustfase

De kuil is stabiel en alle bacteriën en enzymen zijn niet meer actief. De fermentatie is afgerond en het gras kan goed worden geconserveerd totdat de kuil weer wordt geopend.

Hoe sneller de voorgaande fases zijn verlopen, hoe meer energie, dus voederwaarde, er over is gebleven. Dus ook meer voederwaarde voor de koe.

Het is daarom belangrijk dat er in geen van de fases weer zuurstofintreding plaatsvindt. Gebeurt dit wel, dan start het gehele proces weer van voor af aan, maar dan wel al met voederwaardeverlies.

Fase 4: Uitkuilfase

Bij opening komt het snijvlak van de kuil weer in aanraking met zuurstof. Gisten en schimmels worden weer geactiveerd. Azijnzuurbacteriën kunnen ervoor zorgen dat op dit moment de kuil koel gehouden kan worden, zodat schimmels en gisten minder snel kunnen ontwikkelen.

Houdt daarnaast een voersnelheid aan van 1.5 meter voor een beperkte opening, en dus blootstelling van de kuil aan zuurstof.

Bacterien onder het plastic

Het fermentatieproces versnellen

Wil je het fermentatieproces sneller en efficiënter laten verlopen én het voederwaardeverlies te beperken. Gebruik dan een zuurstofdichte folie met daarbij een inkuilmiddel met de juiste melkzuur- en azijnzuurbacteriën en extra enzymen. De enzymen in de kuil werken net als de enzymen in de pens van de koe. Dit verhoogt de voeropname en brengt dus een efficiëntere melkproductie.

Meer vragen of advies nodig?

Neem gerust contact op met onze ruwvoerspecialist bij u in de regio.

 

Gerelateerde artikelen

Terug naar overzicht